New year, new rules… Dat blijkt uit het nieuwe Vlaamse huurdecreet dat sinds 1 januari van kracht is. Het doel? Een beter evenwicht creëren tussen het huurrendement voor de verhuurder en woonzekerheid voor de huurder. Daarnaast trad ook het nieuwe appartementsrecht in voege dat het beheer van gemeenschappelijke delen vereenvoudigt. Maar wat is er nu precies veranderd en welke gevolgen zijn er voor u als eigenaar-verhuurder?

Vlaamse huurdecreet

 

Wilt u zich liever geen zorgen maken om uw vastgoedinvestering?

De projecten van REALIS zijn rendabel, veilig én zorgeloos. Door samen te werken met ervaren professionals voor verhuur en beheer, kunt u zeker zijn van een investering zonder zorgen. Een investering waar u bijna niet moet naar omkijken en toch elke maand heel wat aan verdient.

Ontdek de projecten

Contact

Het Vlaamse huurdecreet in een notendop 1

1. Totale huurprijs

Aan het begin van de huurovereenkomst heeft u als verhuurder de vrijheid om zelf de huurprijs te bepalen. Daarna kunt u de huurprijs elk jaar indexeren, maar dus niet zomaar verhogen.

De huurovereenkomst moet overigens niet enkel de huurprijs vermelden, maar ook alle bijkomende kosten zoals aangerekend door de verhuurder, met uitzondering van kosten voor water- en energieverbruik. Op die manier moet de huurder een correcter beeld krijgen van de totale woonkosten.

2. Huurwaarborg

De maximale huurwaarborg wordt van twee naar drie maanden opgetrokken om de verhuurder beter te beschermen tegen wanbetaling en schade. Wie geen drie maanden huurwaarborg kan betalen, kan een renteloze lening aangaan bij het Vlaams Woningfonds.

3. Minimumkwaliteit

Bij aanvang van de huurovereenkomst moet de verhuurder ervoor zorgen dat de woning aan bepaalde (nieuwe) vereisten m.b.t. woonkwaliteit voldoet. Enkel bij de renovatiehuurovereenkomst – waar de huurder bepaalde klusjes uitvoert – wordt een uitzondering toegelaten.

4. Kleine herstellingen

De gebruikskosten (kosten voor lift, verlichting gemeenschappelijke delen…) worden verhaald op de huurder, net als een aantal kleine herstellingen zoals bepaald door de Vlaamse regering. Ook bij schade die hij zelf veroorzaakt, dient de huurder in te staan voor de herstelling. Herstellings- en onderhoudskosten door slijtage of overmacht blijven wel ten koste van de verhuurder.

5. Verzekering tegen brand- én waterschade

Waar huurders en verhuurders vroeger enkel aansprakelijk waren voor voor brandschade, komt daar nu ook waterschade bij. Gewoonlijk neemt de huurder een eigen verzekering tegen brand- of waterschade, maar hij kan ook in de verzekering van de verhuurder opgenomen worden a.d.h.v. een clausule van afstand van verhaal die hen wordt doorgerekend.

Het appartementsrecht: what's new?

Het nieuwe appartementsrecht heeft als doel om het beheer van gemeenschappelijke delen eenvoudiger te maken voor de eigenaars. Maar wat zijn nu de belangrijkste richtlijnen van het appartementsrecht?

1. Vlottere besluitvorming

Voor 1 januari 2019 was het zo dat 75% van de mede-eigenaars akkoord moest gaan voor werken in gemene delen. Dat wordt nu teruggeschroefd naar 66%. Voor wettelijk verplichte werken zoals brandveiligheidsrenovaties of isolatie wordt de vereiste meerderheid van 75% naar 50% gebracht. Oude gebouwen mogen vanaf nu bij een 80%- i.p.v. 100%-meerderheid afgebroken worden, op voorwaarde dat de afbraak noodzakelijk is voor de hygiëne of veiligheid, of als kosten-baten uit evenwicht is. De wet voorziet ook in een waarborg voor eigenaars die niet akkoord gaan. Wanneer de waarde van het eigendom lager is dan zijn aandeel in de kosten kan de eigenaar afstand doen van zijn kavel in ruil voor een vergoeding.

2. Efficiënter beheer

Het beheer van mede-eigendom verloopt in principe volgens de statuten, maar die kunnen enkel gewijzigd worden via een notaris. Vanaf nu kunnen er meer zaken geregeld worden via het reglement van interne orde. Dit reglement kan de syndicus eenvoudig aanpassen, zonder tussenkomst van een notaris.

Vanaf nu moet elke eigenaar per jaar 5% storten van het totaal van de gemeenschappelijke kosten van het jaar voordien. Deze verplichting voor een spaarpot voor algemene kosten geldt pas vanaf een gebouw 5 jaar oud is, aangezien nieuwbouw in principe weinig kosten met zich meedraagt. Als 80% van de eigenaars geen reserve wilt aanleggen, dan hoeft het niet.

3. Deelverenigingen en deelverantwoordelijkheden

Voor grote projecten met verschillende gebouwen was het al mogelijk om deelverenigingen onder eigenaars op te richten. Zo kan er per gebouw beslist worden over zaken die enkel dat gebouw aanbelangen. Nieuw is nu dat er ook per vleugel een deelvereniging opgericht kan worden.

Wat ook nieuw is, is de deelverantwoordelijkheid: mede-eigenaars die de kosten betalen mogen alleen beslissen. Wanneer bijvoorbeeld enkel de eigenaars van het penthouse het dakterras mogen gebruiken, is het evident dat zij de kosten hiervoor dragen en hierover ook eenzijdig mogen beslissen.

(1) Geldig voor alle huurovereenkomsten die vanaf 1 januari 2019 ondertekend worden.
Bronnen:
https://www.tijd.be/netto/dossiers/uw-geld-in-2019/nieuwe-regels-voor-huren-en-verhuren/10079135.html
https://www.tijd.be/netto/dossiers/uw-geld-in-2019/samenleven-in-een-appartementsgebouw-wordt-eenvoudiger/10079114.html