Stap 2: Welke jaarlijkse kosten zijn er verbonden aan mijn vastgoed?

Bij REALIS herkent u elk project aan het RIS-label, een garantie voor kwaliteit, veiligheid én zorgeloosheid. Wilt u nóg zekerder zijn van de opbrengst van uw vastgoed? Onder het motto 'bezint eer ge begint' komt u in deze reeks te weten hoe u het nettorendement van uw belegging eenvoudig kunt berekenen. In deel 2 brengen we in kaart met welke kosten u jaarlijks rekening moet houden wanneer u uw vastgoed verhuurt.

1. BELASTINGEN

In België wordt men op onroerend goed niet rechtstreeks belast, maar wordt er jaarlijks een onroerende voorheffing – ook wel grondlasten genoemd – gevraagd op basis van het Kadastraal Inkomen (KI) van het vastgoed. Dit betreft een apart aanslagbiljet.

Belangrijk: het kadastraal inkomen moet wel als belastbaar inkomen ingegeven worden in de personenbelasting. Dit inkomen bepaalt vervolgens in welke schijf uw belastingen vallen en hoeveel u dus zal moeten betalen.

2. VERHUUR EN BEHEER

Wie zorgeloos wil genieten van zijn vastgoedinvestering, kan via allerhande types en vormen een externe partij aanstellen voor het verhuur en het beheer van zijn eigendom. Uiteraard brengt dit beheerskosten met zich mee, maar zo bent u wel zeker dat uw vastgoed goed onderhouden wordt en haar waarde behoudt.

Dit beheer kan verschillende vormen aannemen:

  • Aanstelling van een vastgoedmakelaar-rentmeester die op basis van een contract zal samenwerken met de eigenaar
  • Terbeschikkingstelling of volmacht ten behoeve van een beheersinstantie
  • Integrale overname van het volledige beheer en onderhoud van het goed in het kader van een vruchtgebruiksovereenkomst

Elk van deze mogelijkheden heeft zijn specifieke voordelen en kenmerken. Laat u hierin dus zeker en vast bijstaan door een vastgoedexpert.

3. SYNDICUS EN BLOKPOLIS

De syndicus is de (rechts)persoon die instaat voor het beheer van de gemeenschappelijke delen in het gebouw. Het is wettelijk verplicht om een syndicus aan te stellen vanaf er binnen eenzelfde gebouw meer dan één woonentiteit is en deze toebehoren aan verschillende eigenaars. Het beheer en onderhoud van deze gemeenschappelijke delen brengen natuurlijk ook kosten met zich mee. Het gebouw moet niet enkel in stand gehouden worden of hersteld wanneer het beschadigd is, maar ook kosten van energieverbruik (elektriciteit, verwarming, …) moeten op een correcte manier worden afgerekend. Kosten die verband houden met het eigenlijke gebruik van het gebouw (verlichting van de gang, gebruik van de lift, …) kunnen worden doorgerekend aan de huurders of gebruikers van het gebouw. Kosten die verband houden met de instandhouding van het gebouw niet. Deze kunnen dan natuurlijk ook een belangrijke invloed hebben op het huurrendement.

4. UITZONDERLIJKE KOSTEN EN VOORDELEN EIGEN AAN HET VASTGOEDTYPE

STUDENTENVASTGOED

Bij studentenvastgoed zijn er niet noodzakelijk extra kosten t.o.v. een klassiek appartement, met uitzondering van het feit dat in studentenvastgoed wel vaker ook meubels ter beschikking gesteld worden. Wordt de studentenflat bemeubeld verhuurd? Dan bestaat de huurprijs in principe uit een deel voor de meubels en een deel voor het vastgoed. Op het deel dat u aanrekent voor de meubels, moet u een roerende voorheffing betalen. Een fiscaal interessante oplossing hiervoor is om de meubels te laten voorzien door de uitbater.

ERKENDE ASSISTENTIEWONINGEN

Assistentiewoningen worden fiscaal als klassieke appartementen beschouwd op voorwaarde dat de uitbating ter harte wordt genomen door een erkende vzw. Daarbovenop vervalt bij erkenning de onroerende voorheffing en wordt een btw-tarief van 12% i.p.v. 21% voorzien bij aankoop. Het kadastraal inkomen dient wel nog steeds aangegeven te worden in de personenbelasting.

Nu u weet met welke kosten u bij een belegging in vastgoed rekening moet houden, kunt u zelf het rendement van uw vastgoed berekenen. Ontdek in het derde en laatste deel wat de opbrengst van uw vastgoed is.