Wie investeert in vastgoed, moet jaarlijks een onroerende voorheffing betalen aan de fiscus. Hoeveel de heffing bedraagt, hangt af van de locatie van het vastgoed en het kadastraal inkomen (KI). Maar wat is het KI en hoe kunt u vóór u investeert een inschatting van de voorheffing maken?

Elk onroerend goed staat genoteerd in het kadaster, een overheidsinventaris waarin wordt bijgehouden welk pand bij welke eigenaar hoort. Elke aan- of verkoop moet verplicht aan het kadaster gemeld worden zodat het up-to-date blijft. Elke woning krijgt in het kadaster ook een bepaalde waarde toegekend, het zogenaamde kadastraal inkomen. Dit is een fictieve huurprijs, een kwantitatieve verhoudingsmaat die bepaald wordt door de overheid. De functie van het KI is tweeledig voor de vastgoedinvesteerder (of de vastgoedeigenaar): het KI moet vermeld worden op de belastingsaangifte en wordt tevens gebruikt om de onroerende voorheffing te berekenen.

Berekening onroerende voorheffing

  • Het kadastraal inkomen wordt als basis genomen
  • Het kadastraal inkomen wordt geïndexeerd
  • Hierop worden bedragen berekend, autonoom bepaald
    • Voor het gewest: 2,5% voor woningen en 1,6% voor sociale woningen en woningen die eigenaars verhuren via sociale verhuurkantoren
    • Voor de provincie (volgens opcentiemen)
    • Voor de gemeente (volgens opcentiemen)
  • KI ingeven in personenbelasting (1106/2106)
  • De fiscus berekent wat u moet betalen

Een uitgewerkt voorbeeld van de berekening vindt u op de webpagina van de Vlaamse Belastingdienst.
Naar de berekening